Skip to main content

Presentie en community

By juli 4th, 2023Blog11 min read

Hoe groeit een gemeenschap in Utrecht Kanaleneiland op organische wijze? De expertise van Titus Schlatmann.

Er is een garage in de wijk waar ik werk. Maar deze garage is niet van iemand; er staat geen auto in. De garage is van de woningcorporatie, en bestemd voor de wijk. Er is een groepje vrouwen dat er voor zorgt dat die garage elke woensdagochtend open gaat. Dan kun je naar binnen en zie je de planken aan de muur, links en rechts, waar speelgoed ligt, en kopjes, borden, pannen. Dan zetten de dames een kledingrek buiten, en ook nog een schoenenrek. Vervolgens pakken ze de grote tafel. Ze klappen de poten uit en zetten hem op de stoep, voor de garage. Er komen wat stoelen om heen, en dan is het af. Dat is de weggeefwinkel. Zo heet die plek. Bewoners kunnen er iets weggeven wat ze over hebben. Dat kunnen ze komen brengen. En iedereen mag alles bekijken wat er ligt, want het is door anderen gratis weggegeven, en daar mag je dan wat van uitkiezen, iets wat je goed kunt gebruiken. Zo werkt het. Het is vaak mooi weer op woensdag. Dan zitten de vrouwen buiten, rondom de tafel. De vrijwilligers en ook diverse bezoekers, ze zitten er door elkaar. Er is ook elke week koffie. Dat neemt Meryem of Karin van thuis mee. Er zijn bekertjes en iedereen die wil, krijgt koffie. Ik probeer er elke week bij te zijn. En dan zie ik dat het elke week een beetje anders is. De ene keer zitten we met net iets méér mensen, de andere keer met net iets minder. Sommige dames komen inmiddels elke week. Dat zijn de ‘vaste klanten’ zeg maar. Anderen komen minder vaak. Het wisselt. Zo wordt deze plek beetje bij beetje een spontane, gastvrije ontmoetingsplek in deze wijk waar verder niet zoveel is.  Steeds meer mensen herken ik, als ze er weer zijn. En zij herkennen mij. Door het terugkomen ontstaat herkenning. Dat is fijn, dat doet mij goed. Ik voel mij dan welkom, ik voel mij ontvangen, en dat ik erbij mag horen. Hoe zou dat voor de anderen zijn? Ik zie dat de herkenning tussen de vrouwen bij iedereen een glimlach oproept. Ik merk dat het rondom de tafel steeds gezelliger wordt. Ik noem hier drie voorbeeldjes uit de praktijk, het is heel alledaags. Vorige week zat ik er met tien vrouwen uit de omliggende straten. Er werden vier of vijf talen tegelijk gesproken [minstens marokkaans, syrisch, afghaans farsi, arabisch, turks, nederlands en gebarentaal]. We zijn dus heel divers, maar dat is geen probleem. Er is gesprek, over van alles en nog wat: over ieders kinderen en kleinkinderen, over waar die wonen [ver weg of dichtbij], over school, over opvoeding, over borstvoeding. Eén van de vrouwen is in verwachting en iedereen vraagt zich af: wordt het dit keer weer een meisje, of toch een jongetje? Sommigen menen dat te kunnen zien aan de vorm van de zwangere buik. Ik zit een keertje naast een wat oudere mevrouw; ze lacht naar me. We proberen te praten met elkaar. De vrouw vertelt mij dat ze nederlands een moeilijke taal vindt. En dat ze het niet leert als ze alleen thuis is, de hele week. Nu zit ze hier, naast mij. Door te praten met mij oefent zij nederlands.  Ik praat een beetje langzamer, dat helpt. En dan, even later, leer ik ook woordjes van haar: ze zegt: de tafel = masa, in haar taal.  Ik leer ook haar woord voor stoelen: sandalia, dacht ik. Dat wil ik onthouden, best moeilijk hoor. Daarom vind ik twee nieuwe woordjes leren genoeg voor die ochtend, zeg ik tegen haar. ‘Even wachten, uw taal is moeilijk voor mij. Ik leer het niet zo snel’. We lachen en we vinden het leuk. Twee weken geleden kwam ik met een vrouw uit een andere straat. Ik was eerst bij haar thuis en zij was benieuwd waar de weggeefwinkel nou precies was.  Ze wist het niet. Of ze durfde niet te gaan. Ik zei ‘loop maar even met mij mee, dan laat ik het je zien’. Dat vond ze fijn, Fatma heet ze. Ze is alleenstaande moeder, en ze heeft een tweeling van drie jaar. Ze zocht extra spelletjes voor haar jongens. Toen we aankwamen zag Fatma waar de winkel is en maakte ze kennis met de vrijwilligers. Ze zocht en vond enkele spelletjes. En ook nog een plaspotje/stoeltje. ‘Mag ik die ook hebben? Vroeg ze. Want ik heb er maar ééntje thuis. En als mijn ene zoontje wil plassen, wil de ander ook. Ze willen alles tegelijkertijd. Dus dan heb ik er twee nodig. Als je een tweeling hebt mag je toch iets meer meenemen?’ We moesten er om lachen. Er was verbinding, via de spullen. Toen dronken we nog even koffie. Ik dacht: ziezo, die is in the pocket! Fatma kent nu de weg naar de winkel, en ik denk dat ze zich welkom voelt. De volgende keer durft ze wel alleen te komen, vertrouw ik. De weggeefwinkel gaat om kleding, schoenen, spelletjes, speelgoed, spulletjes. Maar het gaat steeds meer ook om ontmoeting. Omdat de bezoekers ook aanschuiven aan tafel. O die tafel: de tafel van de winkel op de stoep beleef ik als de belangrijkste tafel in de wijk. Daar gebeurt zoveel omheen! En dat roept vreugde op. Glimlach, plezier. Ik word er blij van. Anderen ook. Om de gezelligheid; om anderen te zien; om de koffie; om de verhalen; of gewoon om erbij te zijn.  Er is ook gedoe, een beetje ruzie soms, over de regels, zoals: mag die ene mevrouw iedere keer zoveel spulletjes meenemen? Dat voelt niet eerlijk voor de vrijwilligsters die de leiding hebben. Nou, daar hebben ze toen iets van gezegd. Dat was even spannend. Verder gaat het allemaal best goed. Fokje vroeg mij: wat is nou de betekenis van zo’n kleine wijkgroep als deze, voor jou en voor ons werk?  Ik kan daar een paar dingen op zeggen. De basisbetekenis voor mij is: ontvangen te worden. Voor mij is het een clubje, een kleine groep, en meer en meer een gemeenschap, een community. Ik word erdoor ontvangen en maak er een beetje deel van uit. Ik voel mij gezien en ik word er blij van. De betekenis van de meerwaarde van de groep. Dat zit zo: ik ken misschien veertig, vijftig mensen in deze wijk, maar allemaal apart, individueel. Dat is okee, daar voel ik me ook welkom, maar een wijkgroep als deze heeft een extra betekenislaag voor mij. Het geeft een lichtheid, omdat er iets gebeurt wat meer is dan jij en ik. De sfeer, de gezelligheid, de verbondenheid maken we samen, geven we elkaar, geven de vrouwen elkaar: het is ook helpende verbondenheid, en daarom is het onderlinge empowerment. Voorbeeld: ik weet dat één van de vrouwen, Karina, via internet heel gemeen verleid wordt door mannen uit Amerika, die haar vragen om geld over te maken. Ik weet dat omdat ik haar thuis bezoek, en dan vertelt ze me dit. Ze is er regelmatig ingestonken. En nu heeft ze dat durven vertellen aan Sunduz uit de groep, en nu wordt Karina door Sunduz aangemoedigd om het nóoit meer te doen, om weerstand te bieden, sterk te zijn en aan zichzelf te denken. Die support is enorm waardevol voor Karina. En het helpt. En het vindt plaats, ook als ik er niet ben. Dat voelt zo goed; dat voelt licht en als extra impact van het werk. De betekenis van zelfontwikkeling: het is een groep waarin vrouwen zich stap voor stap, ontwikkelen: ik zie hoe ze veranderen, groeien, opbloeien, opener, spontaner worden. Ik zie hoe ze met elkaar gaan meeleven en elkaar tips geven, bekrachtigen. Dit ontstaat door de  regelmaat en de lange duur. En het helpt bij het leven en overleven. De betekenis van de groep voor de wijk. Ik beluister dat deze groep de straat minder anoniem maakt voor wie daar woont; vrouwen uit dezelfde straat leren elkaar kennen.  En vanuit andere straten komen de vrouwen ook. Er ontstaat dus meer onderlinge verbinding. En van lieverlee komen verborgen netwerken aan het licht. Er zijn ook meisjes in de straat. Die horen en zien een beetje van deze weggeefwinkel. Het is een mooie plek. Ik spreek die meisjes en ik weet: ze denken er over om te vragen of ze de garage als clubhuis mogen gebruiken. Ook dit is een doorwerking in de wijk, in de straat. De betekenis van de energie: Ik zie en merk dat er motivatie en energie is om dit voort te zetten. Kennelijk voelen de vrouwen hun belangen of verlangens. Om erbij te horen, om anderen te leren kennen, om verwacht te worden, om een goed gevoel te krijgen, om de week door te komen, om belangrijk te zijn, ertoe te doen, om van betekenis te zijn voor elkaar. Het geeft doel, het geeft zin, het geeft perspectief. Ik hoef echt geen motivatie toe te voegen, wel aandacht. De betekenis voor de rechtvaardige samenleving: ik zie dat deze vrouwen samen van mening zijn dat deze weggeefwinkel niet mag stoppen. Ik merkte dat vorig jaar heel sterk toen de woningcorporatie duidelijk maakte dat er vanaf het nieuwe jaar huur betaald moest gaan worden voor de garage. Toen gingen de vrouwen dat samen bespreken en formuleerde zij een antwoord naar de woningcorporatie: ze gingen terugpraten en stelden de vraag: waarom moeten wij volgend jaar huur gaan betalen voor deze garage? Wij geven u en uw huurders gratis ‘leefbaarheid’, dat wilde u toch? Het resultaat was dat ze geen huur hoefden te betalen. De groep gaat ook terugpraten naar de wijk, tegen een journalist van het wijkkrantje. En ook naar de gemeente, die ervan opveert en het ook steunen wilt.  De vrouwen maken zich zichtbaar en verdedigen hun plek. Zo wordt het persoonlijke politiek. Tenslotte: de betekenis van observatie, het goede kijken. Ik weet: het is niet zo groot, niet zo officieel, misschien soms kwetsbaar maar tegelijk ook heel krachtig, deze groep. Het gaat elke week door. Samen maken de vrouwen het sterker. Ik heb geleerd dat het belangrijk is om goed te observeren, voelen, kijken naar wat er gebeurt, zéker bij een groep. Er is altijd meer te zien dan je denkt. En daar heb ik het vaak over met de vrijwilligsters: ik praat vaak met ze en vraag: hoe vind je dat het gaat? wat zien jullie? Hoe is dat voor je? Dat helpt. Zo laten ze de goeie dingen groeien. Ik weet dat Fokje dat ook heel goed kan. Om kleine groepen zoals deze te laten groeien. En om heel goed te observeren wat daarin gebeurt. En om ruimte te geven aan gedeeld eigenaarschap en volwaardigheid van of met iedereen. Het is voor mij het bijzondere in het alledaagse. De betekenis is nauwelijks te onderschatten. Dat geldt ook voor de wijkgroepen in en om de Put en deze wijk. Ik vind het mooi wat jullie hier samen met Fokje hebben opgebouwd, en Fokje samen met jullie. Houd moed en ga samen verder.   Titus Schlatmann, 28 oktober 2022.

Next Post